Gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst
Als de werkgever het initiatief neemt om tot een ontslag te willen komen, dan gebeurt dat vaak met een beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden (vaststellingsovereenkomst). Lukt dat niet, dan kan de werkgever de inhoudelijke route van het UWV of de kantonrechter bewandelen, afhankelijk van de redelijke grond voor ontslag in de zin van de wet. Doorgaans gaat het om een ‘volledig’ ontslag, waarbij partijen definitief afscheid van elkaar nemen. Dat is ook het wettelijk uitgangspunt: de wet kent niet de mogelijkheid van een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Dat neemt niet weg dat partijen hier vanwege de bestaande contractsvrijheid van kunnen afwijken.
Een contractueel overeengekomen gedeeltelijke beëindiging van het dienstverband geeft onder omstandigheden recht op een transitievergoeding, ondanks dat de wet dus geen gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst kent.
Schriftelijke vastlegging
In de praktijk houdt een dergelijke contractuele afspraak doorgaans in dat de afgesproken arbeidsomvang met instemming van partijen wordt verminderd. Deze vermindering van arbeidsuren staat juridisch gelijk aan een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Alhoewel een enkele vermindering in uren in principe met een brief zou kunnen worden bevestigd, verdient het aanbeveling om de afspraken vast te leggen in een door beide partijen te ondertekenen vaststellingsovereenkomst. Vaak worden er namelijk ook aanvullende afspraken gemaakt en/of heeft de urenvermindering ook invloed op andere arbeidsvoorwaarden die naar rato aangepast worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een reiskosten- of onkostenvergoeding. Door de werknemer expliciet te laten tekenen voor alle nieuwe afspraken, kan er achteraf ook geen discussie ontstaan over eventuele (financiële) tegenvallers voor de werknemer.
Transitievergoeding
Bij een volledige beëindiging van de arbeidsovereenkomst, heeft de werknemer conform de wet recht op de wettelijke transitievergoeding. De transitievergoeding dient ter compensatie voor te derven inkomsten c.q. de gevolgen van een ontslag.
De wet voorziet niet in een transitievergoeding bij een gedeeltelijke beëindiging. Dit sluit aan bij het wettelijke uitgangspunt dat een arbeidsovereenkomst wettelijk gezien niet gedeeltelijk kan worden beëindigd. Ook weer parallel daaraan: partijen kunnen indien zij dat wensen ook afspreken dat er een transitievergoeding wordt betaald over het verlies aan uren. Daar zit ook enige logica achter: omdat de wettelijke transitievergoeding wordt berekend op basis van het laatstgenoten salaris, zou bij een ‘volledig’ ontslag in de toekomst ook de wettelijke transitievergoeding lager uitkomen, vanwege de vermindering van uren (en daarmee dus ook het loon). Dit zou voor de werknemer eventueel het nadelige gevolg kunnen hebben dat hij in de toekomst een gedeelte van zijn eigenlijke transitievergoeding misloopt.
Rechtspraak
In 2018 oordeelde de Hoge Raad dat een gedeeltelijke transitievergoeding aan de werknemer is verschuldigd in de gevallen van, door omstandigheden gedwongen, substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd van de werknemer. Hieronder wordt verstaan een vermindering van ten minste 20%, waarbij de redelijke verwachting is dat deze blijvend zal zijn. Dit betreft een duidelijke indicatie over het recht op een transitievergoeding in geval van een gedeeltelijke beëindiging van het dienstverband.
In 2020 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een functiewijziging met behoud van arbeidsuren géén recht geeft op een gedeeltelijke transitievergoeding. De wettelijke herplaatsingsplicht voorkomt in dat geval juist een (gedeeltelijke) beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad heeft hiermee de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding bij gedeeltelijke beëindiging niet zo ruim willen uitleggen dat dit ieder inkomensverlies dekt.
Conclusie
Partijen kunnen contractueel een gedeeltelijke beëindiging van het dienstverband overeenkomen. Onder omstandigheden kan een werknemer dan ook aanspraak maken op de wettelijke transitievergoeding over het verlies aan arbeidsuren.
Deze column is geschreven door jurist Stijn Maas.