Wat verandert er in 2023 in het arbeidsrecht?

Aan het woord: Stijn Maas
Advocaat-partner bij Keistad Advocaten.
Specialisatie: arbeidsrecht.

Wat verandert er in 2023 in het arbeidsrecht?

Wet- en regelgeving verandert continu. Dat geldt helemaal voor het Nederlandse arbeidsrecht. Na de ingrijpende wetswijzigingen in 2015 met de Wet Werk en Zekerheid (‘WWZ’) en in 2020 met de Wet Arbeidsmarkt in Balans (‘WAB’), wordt het Nederlandse arbeidsrecht het hele jaar door aangepast aan de maatschappelijke ontwikkelingen en veranderende arbeidsmarkt. Zo zorgde Corona bijvoorbeeld voor – soms tijdelijk – wijzigingen, denk aan regulering rondom thuiswerken. Een nieuw kalenderjaar betekent ook altijd weer nieuwe wet- en regelgeving. In deze juridische column enkele belangrijke wijzigingen voor het arbeidsrecht in 2023.

Dit jaar wordt een sleuteljaar als het gaat om bijvoorbeeld de pensioenhervorming en de wijzigingen in de kinderopvang, die – als de berichten kloppen – zo goed als gratis wordt. Ook de verdere ontwikkelingen in de arbeidsmarkt zijn interessant om te volgen, met de aanhoudende personeelstekorten. Goed werkgeverschap is belangrijker dan ooit, om goed personeel te behouden.

Hybride werken

Als direct gevolg van de Corona pandemie, hebben veel werkgevers en werknemers het thuiswerken ontdekt. Nu Corona op zijn retour is, leidt dit in de praktijk inmiddels tot onduidelijkheden en conflicten op de werkvloer. Sommige werknemers komen bij voorkeur de deur niet meer uit en komen nog slechts bij uitzondering naar de werkvloer. Tegelijkertijd zijn er ook werkgevers die voortvarend zijn gaan inkrimpen met hun werkplekken. Dergelijke situaties zijn niet altijd even wenselijk of werkbaar voor iedereen. Dit jaar zal het kabinet daarom een beleidsagenda uitwerken met als doel de voor- en nadelen van thuiswerken te balanceren. Dit moet uiteindelijk richting geven voor zowel werkgevers als werknemers om hybride werken werkbaar te maken. Hybride werken is wel een blijvertje, nu dit ook andere tendensen in de samenleving raakt, zoals globalisering, digitalisering en een duurzame samenleving.

Wettelijk recht op thuiswerken

De ‘Wet werken waar je wilt’ is een initiatiefwetsvoorstel van de D66 en GroenLinks. Het wetsvoorstel wijzigt de Wet flexibel werken (Wfw). Door deze aanpassing wordt een thuiswerk- of werkplekverzoek hetzelfde behandeld als andere verzoeken over arbeidsduur en werktijden die kunnen worden gedaan op grond van de Wfw. De wet is door de Tweede Kamer op 5 juli 2022 aangenomen en is begin 2023 nog in behandeling bij de Eerste Kamer. De wet zal naar verwachting per 1 juli 2023 worden ingevoerd.

Minimumloon fors omhoog

Werken moet meer lonen en het bestaansminimum verstevigen. Daarom heeft het kabinet besloten om de bijzondere verhoging van het minimumloon – met in totaal 7,5% – al per 1 januari 2023 door te voeren en deze verder te verhogen naar 8,05%. Inclusief de reguliere indexatie, stijgt het minimumloon per 1 januari 2023 in totaal met 10,15%. Werknemers van 21 jaar en ouder hebben vanaf 1 januari 2023 recht op een brutoloon van minimaal € 1.934,40 per maand.

Verhoging vrije ruimte Werkkostenregeling (WKR)

Om de lasten op arbeid te verlagen verlaagt het kabinet ook de lasten voor ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf. Eén van de maatregelen die hieraan bijdraagt, bestaat uit het verruimen van de werkkostenregeling (WKR).

De vrije ruimte in de WKR gaat in 2023 tijdelijk omhoog. Het gaat om 3% – in 2022 was dit 1,7% – over de eerste € 400.000,- van de fiscale loonsom. Boven de € 400.000,- blijft de vrije ruimte 1,18%. Als werkgever kunt u daardoor extra vergoedingen verstrekken aan uw werknemers, zonder daarover loonbelasting te betalen.

Aanvankelijk had het kabinet het voornemen om de vrije ruimte over de eerste € 400.000,- van de fiscale loonsom slechts te verhogen naar 1,92%. Maar de Tweede Kamer heeft de Staatssecretaris van Financiën na Prinsjesdag verzocht om de vrije ruimte te verhogen naar het percentage van 3%. Deze verhoging is een tegemoetkoming waar vooral MKB-bedrijven van profiteren. Want bij bedrijven met weinig werknemers en/of (relatief) lagere lonen, zou met het oude percentage – mede door de hoge inflatie – de vrije ruimte niet altijd meer toereikend zijn geweest.

Onbelaste reiskostenvergoeding naar 21 cent per kilometer

Mede vanwege de stijging van de (benzine)kosten en het feit dat het maximum van de onbelaste reiskostenvergoeding sinds 2006 niet meer was gewijzigd, is het maximum van de onbelaste reiskostenvergoeding per 1 januari 2023 verhoogd naar € 0,21 per kilometer. Per 1 januari 2024 kunt u zelfs € 0,22 per kilometer onbelast aan reiskosten vergoeden. De onbelaste reiskostenvergoeding geldt ook voor werknemers die met het openbaar vervoer reizen of een ander vervoermiddel gebruiken.

Aanbevolen artikelen
Neem contact op

Wilt u ons een bericht sturen? Wij nemen z.s.m. contact met u op.

0